Waarom een nieuw pensioenstelsel?

Nederland staat bekend als een van de beste pensioenstelsels van de wereld. Toch zagen we de afgelopen jaren ook een ander beeld. Pensioenfondsen konden de verwachtingen van deelnemers minder goed waarmaken. Dit komt vooral door de lage rente waar we al lang mee te maken hebben. Pensioenfondsen moeten daardoor namelijk hele grote buffers aanhouden. Dit leidt steeds vaker tot uitblijven van verhogingen en soms zelfs tot verlagen van de pensioenen. Daarnaast hebben deelnemers steeds minder vertrouwen in pensioen: “Wat zit er nog voor mij in de pot als ik met pensioen ga?". Deze ontwikkelingen hebben eraan bijgedragen dat er een ander pensioencontract wordt ingevoerd voor pensioenfondsen.

Van pensioentoezegging naar premietoezegging

Met de huidige pensioenregeling zeggen de meeste pensioenfondsen een pensioen toe aan deelnemers. De weet als deelnemer hoe hoog het pensioen straks (ongeveer) zal zijn. In het nieuwe pensioenstelsel verlaten we die zekerheid. We hebben het dan niet meer over een toegezegd pensioen, maar over een pensioenvermogen. Want bij alle pensioenfondsen (en verzekeraars) bouw je straks een pensioenvermogen op via een premieregeling. De hoogte van de premie wordt wel toegezegd, maar niet meer hoeveel pensioen dat precies gaat opleveren. Als deelnemer hoor je dan dus niet meer “je krijgt € 1.000 pensioen”, maar eerder “met deze premie kunnen we naar verwachting een pensioen van € 1.000 aankopen”.

Sneller verhogen, sneller verlagen

Door geen pensioen meer toe te zeggen, hoeven pensioenfondsen bij een lage rente minder grote buffers aan te houden. Als een pensioenfonds er dan in een jaar financieel goed voor staat, mogen de pensioenen worden verhoogd. Dit heeft ook een keerzijde. Staat het fonds er niet goed voor, dan worden de pensioenen direct verlaagd. Het is dus: sneller verhogen, maar ook sneller verlagen.