Ben je na 1 januari 2006 (maar vóór 2014) uit dienst gegaan? Dan geldt voor jou Pensioenreglement 2006.
De belangrijkste kenmerken van Pensioenreglement 2006 zijn:
- Je kunt op je 65e met pensioen gaan.
- Je kunt eerder met pensioen gaan dan je 65e. Je kunt al vanaf 55 jaar met pensioen gaan.
Je kunt bij vervroegde ingang van het pensioen ook kiezen voor deeltijd pensionering. - Je partner heeft recht op partnerpensioen.
- Elk van je kinderen heeft recht op een wezenpensioen dat bestaat 10,5% van je ouderdomspensioen. De maximale uitkering voor meer dan vijf kinderen is dan 52,5% (5 maal 10,5%) van je ouderdomspensioen gelijk verdeeld over alle kinderen. Je kinderen hebben tot hun 18e recht op wezenpensioen. Kinderen die studeren of arbeidsongeschikt zijn hebben tot hun 27e recht op wezenpensioen.
- Je kunt partnerpensioen inruilen voor meer ouderdomspensioen. *)
- Je kunt ouderdomspensioen inruilen voor meer partnerpensioen. *)
- Je kunt ouderdomspensioen inruilen voor tijdelijk ouderdomspensioen.
- Je kunt kiezen voor eerst meer pensioen, daarna minder of eerst minder pensioen, daarna meer.
- Deze pensioenregeling is een middelloonregeling.
- Was je voorheen deelnemer bij SPPF? Dan heb je mogelijk recht op prepensioen en/of alleenstaandenpensioen (ongehuwdenpensioen).
*) Als je deelnemer was bij SPPF én voor 1 januari 2001 deelnemer was bij het pensioenfonds van Akzo Nobel, kan het zo zijn dat je niet je volledige partner- en/of ouderdomspensioen onderling kunt inruilen. Het onderling inruilen van deze pensioenaanspraken is dan alleen mogelijk voor zover deze aanspraken uitruilbaar waren bij de overgang van SPPF naar Pensioenfonds MSD.
In maart 2014 hebben alle oud-SPPF deelnemers een brief met opgave pensioenaanspraken per 1-1-2013 van Pensioenfonds MSD ontvangen; hierin is bij de toelichting van de keuzemogelijkheden het niet-uitruilbaar pensioenbedrag genoemd.
Wil je precies weten wat je regeling inhoudt? Lees dan het volledige Pensioenreglement 2006.