Waarom komt er een nieuw pensioenstelsel?

‘Eigenlijk hebben de lage dekkingsgraden van veel pensioenfondsen als gevolg van een langdurige lage rente de ­discussie over ons pensioenstelsel doen oplaaien. De noodzaak is ­ont­staan om het stelsel aan te passen om het zo minder afhankelijk te maken van de rente. Als deelnemer ga je dit merken.’

Wat gaat er veranderen voor de deelnemer?

‘We gaan straks van een uitkeringsstelsel naar een premiestelsel. Bij een uitkeringsstelsel ligt er meer risico bij de ­werkgever, bij een premiestelsel meer bij de deelnemer. En dat risico gaat twee kanten op. Als deelnemer loop je het risico dat je pensioen minder waard wordt, maar het kan ook zijn dat je pensioen veel meer waard wordt. Beleggingsresultaten komen eerder bij de deelnemer terecht.’

Kun je dat wat meer uitleggen?

‘Nu ben je gewend om een Uniform Pensioenoverzicht te krijgen, met daarop een bedrag dat je redelijkerwijs aan ­pensioen mag verwachten. Het pensioenfonds denkt dit waar te kunnen maken op basis van de huidige financiële situatie van het pensioenfonds (en de kans op verhoging). In het nieuwe stelsel is dat andersom. Persoonlijk pensioensparen wordt de kern, in plaats van collectief. Je krijgt straks een pot geld en die zet je om in een uitkering als je met pensioen gaat. Hoe hoog die is, hangt af van de omstandigheden op dat moment. De rente blijft in de uitkeringsfase wel een rol spelen.

Ook kan de werkgever straks niet meer bijstorten. Dit hoeft niet direct slecht te zijn. Doordat je als fonds geen buffers hoeft aan te houden, komen de baten ook eerder bij de deelnemer terecht. Voor jonge deelnemers is het nieuwe stelsel een positieve ontwikkeling, want die bouwen meer op in de nieuwe regeling. Uiteraard is het wel belangrijk om ook na te denken over solidariteit tussen alle generaties.’